Hoofdpagina arrow Nieuws arrow Rugstreeppad
Rugstreeppad

de rugstreeppad

Rugstreeppad
Wetenschappelijke naam: Bufo calamita

De rugstreeppad is herkenbaar aan zijn gele rugstreep waaraan hij zijn naam te danken heeft. De rugstreeppad is een middelgrote pad die 7 tot 8 cm groot wordt. Het is een robuust gebouwde pad met korte ledenmaten en duidelijk aanwezige klieren achter de ogen die parallel aan elkaar lopen. De rugstreeppad is grijs, bruin of groen gekleurd met donkere (rode en groene) vlekken. Rugstreeppadden zijn vooral 's nachts actief en voedt zich met insecten, spinnen en andere ongewervelde dieren. De rugstreeppad kan in het wild wel 17 jaar oud worden.

De rugstreeppad is in mei 2007 de 'Soort van de Maand'. Geef hem door aan de linkerkant van deze pagina> >

Het typische geluid van de rugstreeppad is op warme lente- en zomeravonden te horen. Dan laat hij ook zijn rollende gekwaak horen, dat steeds maar één of twee seconden aanhoudt. Als de temperatuur te hoog wordt graaft hij zich in en beschermt zich op deze manier tegen uitdroging.

In Nederland is de rugstreeppad plaatselijk algemeen in de duinen en in het rivierengebied. Verder komt de rugstreeppad voor op heidegebieden en zandgronden. In Europa komt de rugstreeppad vooral in west en centraal Europa voor. De rugstreeppad heeft een voorkeur voor open gevarieerd habitat waarbij de grond geschikt is om in te graven (met name zand). De rugstreeppad is een pioniersoort, dat wil zeggen dat hij vaak als één van de eerste soorten in nieuw te vormen natuurgebieden (ook vaak op bouwplaatsen) te vinden is.

Voor de voorplanting gebruikt de rugstreep pad ondiepe  poelen met zo min mogelijk begroeiing. Het vrouwtje van de rugstreeppad zet 1500 tot 7500 eieren in snoeren af. De snelle opwarming van deze poelen zorgt voor een snelle ontwikkeling van de larven. De eieren komen binnen een week uit, de ontwikkeling verloopt snel en de jonge rugstreeppadjes verlaten het water begin juni al. De jonge rugstreeppadden zijn na drie jaar geslachtsrijp. De rugstreeppad overwintert onder de grond waarbij volwassen dieren zich kunnen ingraven tot wel 120 centimeter diep.

Voor meer informatie:
Natuurinformatie
Ravon

 
< Vorige   Volgende >