Het typische geluid van de rugstreeppad is op warme lente- en zomeravonden te horen. Dan laat hij ook zijn rollende gekwaak horen, dat steeds maar één of twee seconden aanhoudt. Als de temperatuur te hoog wordt graaft hij zich in en beschermt zich op deze manier tegen uitdroging.
In Nederland is de rugstreeppad plaatselijk algemeen in de duinen en in het rivierengebied. Verder komt de rugstreeppad voor op heidegebieden en zandgronden. In Europa komt de rugstreeppad vooral in west en centraal Europa voor. De rugstreeppad heeft een voorkeur voor open gevarieerd habitat waarbij de grond geschikt is om in te graven (met name zand). De rugstreeppad is een pioniersoort, dat wil zeggen dat hij vaak als één van de eerste soorten in nieuw te vormen natuurgebieden (ook vaak op bouwplaatsen) te vinden is.