Daar vallen onder Augurk, Courgette, Komkommer, Meloen, Tomaten, en er zijn nog meerderen soorten.

Vruchtgroentes groeien redelijk snel, het is dan ook belangrijk de groei goed in de gaten te houden.    We moeten bij courgette, augurk, komkommer de vruchten niet te lang laten zitten, want dat houd de groei van de anderen vruchten tegen.    Als de vruchten te groot worden krijg je zaadvorming.   Er zal ook weleens getopt en gediefd moeten worden  b.v. bij tomaat.

Peulgroentes zijn goed te kweken geven weinig problemen. 

Peulgroentes zijn natuurlijk peultjes, stokbonen, doperwten, stambonen enz.   De groentes lekker jong plukken dan zijn ze heerlijk.   Bepaalde soorten zoals kapucijners, doperwten, droogbonen, kunnen we door laten groeien laten drogen en dan doppen.   Peulgroentes zijn heel goed in te vriezen.

De namen zeggen het al rodekool, witkop, koolrabi, boerenkool en noem maar op. 

Bepaalde kolen zijn niet zo makkelijk te kweken zoals bloemkool, witkop, en nog meer deze noemen we sluitkolen, hebben gauw last van knolvoet schimmels en van rupsen.    Boerenkool, spruitkool gaat meestal wat beter,  deze kunnen op het land blijven staan

Daar zijn er wel wat van sla, andijvie, groenlof, spinazie noem ze maar. 

Bladgroente heeft in ieder geval bescherming tegen wind nodig.    Er zijn soorten die snel groeien en vroeg gezaaid kunnen worden zoals postelein, raapsteeltjes, spinazie.    Let goed op de zaaiperiode van de soorten anders heb je veel kans op doorschieten.    Lekkere en gezonde groentes.